Eurosonic Noorderslag 2015

Dit weekend, of eigenlijk van 14 t/m 17 januari, is in Groningen weer Eurosonic/Noorderslag. Alle nieuwe Europese muziek komt aan bod en het is hét podium om je als artiest te laten zien. Hier goed performen staat garant voor een gevulde festivalagenda.

Het evenement is stijf uitverkocht maar er is meer dan voldoende gratis muziek om te kunnen luisteren en bekijken. Dit jaar ben ik er voor het eerst een paar dagen bij, samen met m’n vriendin. De gratis optredens welteverstaan. Leuk! Lees verder “Eurosonic Noorderslag 2015”

Vrouwen en initiatief…

Frankrijk!
Daar gingen we (lees: vader, moeder en oma in auto één, en Arthur, samen met Jeroen, en ik in Arthurs auto) de eerste januari van 2003 naartoe. Mijn ouders lopen al geruime tijd met het idee om eigenaars te worden van een huisje in Frankrijk, en dit keer moest het er echt van komen. Een paar maanden geleden zijn we ook al geweest, en dit keer gingen we terug om het ‘huis’ wat beter te bekijken.
Woensdag vertrokken, en die avond in het hotel geslapen. Nog even de laatste inlichtingen van mijn vader gekregen: “Hoezeer je ook onder de indruk bent van het huis, probeer het zo veel mogelijk af te kraken en doe ongeïnteresseerd! Dit om de prijs nog wat te drukken.” Nu was dat voor mij geen enkel punt, daar ik het huis de eerste keer al walgelijk vond, en ik niet vind dat je in dit geval van een ‘huis’ mag spreken.. Als ik zeg “een bouwval met mogelijkheden” dan druk ik mijzelf nog eufemistisch uit.
Maar goed, we gingen de volgende dag een kijkje nemen. Daar aangekomen begon mijn vader met kwijlen, wat niet ophield totdat hij de makelaar tijdens de lunch duidelijk had gemaakt dat het huis maar gekocht moest worden. (237 foto’s genomen, hoe bedoel je ongeïnteresseerd). De makelaar had trouwens heel slim opgemerkt dat aan de overkant ook een Nederlandse familie met drie prachtige dochters een huis had, wat mij als laatste negatieveling over de streek trok. Had ik nu die dikke knipoog van hem maar niet over het hoofd gezien…. Enfin, de onderhandelingen waren zo ongeveer afgerond. Dit hield in dat de jongeren de vrijdag voor zichzelf hadden! We besloten om de vrijdagavond het franse nachtleven eens nader te bekijken. Aangekomen bij “Le Flamingo” bleken we op een special night terecht te zijn gekomen. Wat bleek: de Chippendales kwamen optreden. Daar gaat onze leuke avond, spookte door onze gedachten, totdat het kwartje viel. Chippendales, dat betekent DAMES!
De bar-dancing vulde zich met dames, dames en nog eens dames. Velen van hen vielen echter in de categorie ‘huisvrouwen’, maar ook leuke meisjes kwamen binnen.
Aangezien Arthur zich zoals gewoonlijk opstelde als BOB, konden Jeroen en ik aan de drank. Al snel hadden we als ‘les hollandais’ de aandacht. Vooral drie dames bleken verdacht vaak onze kant op te kijken. Dit uiteraard geheel tot onze tevredenheid. We lieten Jeroen het voortouw nemen, aangezien hij als enige geen Frans spreekt. Leedvermaak is tenslotte het leukste vermaak, is mij geleerd. Met ‘je ne parle pas français’ en ‘moi Jeroen, et toi’ moest hij natte plekjes op de krukjes doen achterlaten. Dit lukt in zoverre, dat op het moment dat wij buiten stonden, de drie dames het ook voor gezien hielden. Het spel kon beginnen!
De drie dames bleven nog even voor hun auto staan, wellicht wachtend op iets, maar toen wij instapten, vonden zij het ook welletjes en reden weg. Voor ons het signaal om achter ze aan te rijden. De weg liep over heuvels en door dalen, van god en alleman verlaten, en pikkedonker. Op een gegeven moment stopte de auto met jonge meisjes midden op de weg, en de chauffeuse stapte uit. Ze vroeg ons waarnaar we op weg waren en of wij hen misschien volgden. Wij vroegen, als doorgewinterde stalkers, of zij dat wilden. Ze lachte ondeugend en stapte weer in, om vervolgens met een bloedsnelheid over de steeds donkerder wordende wegen te crossen. Uiteindelijk kwamen we aan bij de rand van een dorpje, alwaar ze de auto in de berm zette. Wij volgden natuurlijk, en stapten uit toen zij dit ook deden.
Daar stonden ze dan: drie dames, alledrie achttien jaren oud, en drie heren. Jeroen sprak geen Frans, en ik vond dat ik teveel had gedronken om het woord te voeren. Daar komt bij dat Arthur maar al te graag over niks en nog minder babbelt, en vooral in het Frans. De jongedames bewogen zich langzaam richting onze auto, om vervolgens met zijn drieen over de voiture van mijn broer te hangen. Ik lieg niet als ik zeg dat ze er stonden om genomen te worden. Jeroen en ik hadden dit uiteraard allang door, alleen onze woordvoerder deed niet wat hem door ons opgedragen werd. En de dames……..ja, de dames. In de auto hadden we al geregeld wie welke dame zou nemen, en wij waren ervan overtuigd dat de dames ditzelfde al hadden gedaan. Nu was het wachten tot iemand het initiatief zou nemen…

U begrijpt, beste lezer, er is dus niets gebeurd. Na wat te hebben nagepraat in het hotel hebben we alle schuld bij de dames gelegd. Waarom, denkt U?
1. De dames komen uit de buurt, ze kennen de omgeving.
2. De dames zagen ons in de discotheek al zitten.
3. De dames besloten tegelijkertijd met ons naar buiten te gaan.
4. De dames stopten om te vragen of we ze volgden, om vervolgens weer doodleuk verder te rijden.
5. De dames stopten nogmaals.
6. De dames stapten uit om een praatje te houden.
7. De dames gaan tegen onze auto staan.
8. De dames kijken ons aan met hun zaadvragende oogjes.
9. De dames gaan niet weg totdat wij weggaan
10. Need I say more?

Waarom kan een dame nooit de stap nemen? Deze dames zwijmelden al toen ze ons zagen. Vervolgens zorgen ze dat ze uiteindelijk samen met ons ergens tot stilstand komen, op een plek die ideaal is om te doen wat ze willen (juist, datgene wat ik dus graag had willen meemaken!). We zijn zo aardig om te doen wat ze willen. Is het dan werkelijk zo’n kleine moeite om de jongens even op sleeptouw te nemen en te zeggen: ‘Jij gaat met mij mee, jij loopt met haar mee en jij geeft haar een leuke avond’? Het is tenslotte niet alleen ook voor de jongens, ze willen zelf ook! Is het dan werkelijk zo dat alles nog van de man af moet komen? Zo zal de wereld natuurlijk nooit naar een beter niveau worden getild!

Vrouwenemancipatie en vrouwelijk initiatief blijken nog altijd niet samen te gaan…. Schande!

Teslechtbon

Het was weer een drukke tijd laatst, met de verjaardagen van vrienden en familie. Pa vijftig geworden, m’n beste vriend een-en-twintig, en mijn broer moest ook zo nodig nog even jarig zijn tussendoor. Vele cadeautjes dus, alhoewel ze van een kale student geen veren kunnen plukken. Gelukkig maakte mijn aanwezigheid, met mijn grenzeloos gevoel voor humor en alles wat daar omheen bungelt, veel goed. Waarom presentjes, ik ben er toch?

Andere mensen denken blijkbaar indruk te moeten maken door iets te geven, wat ik in sommige gevallen ook goed begrijp. Alleen hetgeen waar ze tegenwoordig (lees, de laatste jaren) mee aankomen, ik word er ziek van: TEGOEDBONNEN! CADEAUBONNEN! CEEDEE-BONNEN! WAAROM?! Tegoedbonnen reken ik tot de meest onzinnige vinding van de afgelopen decennia. Want denk maar eens goed na. Waarom geven mensen een tegoedbon? Bijna altijd hoor je dingen als ‘ik wist niet wat ik moest geven’ of ‘ik vind het zo lullig om geld te geven’. En soms, ja beste lezer, soms durft iemand nog te zeggen: ‘Dan kan hij zelf wat kopen’…

NEE! Dat kan dus niet! Je geeft een hier-heb-jij-een-bon-zodat-ik-een-beetje-kan-bepalen-wat-jij-met-mijn-cadeautje-gaat-doen-bon! Het is toch te gek voor woorden? Je wilt iemand €20 voor zijn verjaardag geven, maar ‘omdat je het zo lullig vindt om geld te geven’, koop je een cd-bon zodat hij voor dat geld ALLEEN nog maar een cd of een video kan kopen. Of een Slijtersbon. Die doen het altijd goed bij geheelonthouders.

Tegenwoordig schijnt ook ieder bedrijf, hoe klein ook, zijn eigen tegoedbon uit te geven. KijkshopKaarten, BrunaBonnen, EtosEtiketten. En ik zag het laatst goed: ook mijn videotheek (in Nieuwkoop, waar Independence Day en the Godfather nog bij de dagfilms staan, om het assortiment even weer te geven) geeft sinds kort zijn eigen Videoland-bon uit. Als je iemand tegenwoordig dus een multomap en een paar pennen wilt geven, ga je naar de bruna, haalt een bon en laat de jarige zelf z’n spulletjes ophalen. Ik zeg maar zo, ik zeg maar niks…

Er is één bon, die ik nog graag verwezenlijkt zie worden. Als er dan iemand is die je echt niet mag, geef je gewoon de Zeeman-bon.

Tegoedbonnen? Teslechtbonnen zijn het.

De klaagmuur

Laatst, toen ik naar het toilet moest, nam ik mijn boekje van Ronald Giphart weer eens mee, Het feest der liefde. Een ideaal wc-boekje, waarin verhaaltjes staan die net kort genoeg zijn om in één bezoekje aan het kleinste kamertje uit te lezen. Na wat vluchtig rondbladeren – ik had bijna alle verhaaltjes al gelezen – stopte ik bij het verhaal met de titel ‘Nice guys don’t get laid’. Even de pagina’s tellen (het moest immers wel in één keer uitgelezen kunnen worden) en ik kon beginnen met lezen. Een leuk klein verhaaltje over een meisje dat, en ik citeer: “…het leuk vindt om een willekeurige goedzak (…) hoorndol te maken. Voor een gemeen, ad rem en treiterig hyper-hypomeisje als ik is er niets bevredigers dan hun hoofd op hol te brengen”. Waar het verhaal in het kort op neerkomt is dat zij mannelijke slachtoffers zoekt, het liefst de enigszins verlegen en onzekere types, en deze zo bewerkt dat ze hopeloos verliefd worden, om ze vervolgens opgegeild en radeloos achter te laten. Nu vielen twee zinnen die ze gebruikte mij op, te weten ‘nice guys don’t get laid’ en ‘Poor is the man whose pleasures depend on the permission of another’. Ik dacht dat het voor mij geschreven was… Ik zal me even voorstellen: Daniël, twintig jaar, inmiddels student en nog altijd maagd. Nu zal je denken, óf wat maakt dat nu uit?, óf wat een trieste jongen. Dat geeft helemaal niet, zelf denk ik het namelijk ook allebei. Zo erg is het toch niet dat een jongen op zijn twintigste z’n geslachtsdeel nog niet in ’the holiest of holy’ heeft getracht te porren? Ik zal vast de enige niet zijn! Maar ik WIL zo graag…. Vanaf mijn zestiende jaar zit toch wel in mn hoofd geprent dat ik er wel klaar voor ben, en dat het er nu wel eens van mag komen. Tot ik tot de ontdekking kwam dat er met denken alleen niet echt veel terecht zou komen. Een beetje actie zou de vaart er misschien wat in kunnen brengen, denkt U ook niet? Juist. Ware het niet dat Daniël, als het überhaupt al op een simpel gesprekje aankomt, helemaal dichtklapt. Geen fatsoenlijk woord komt eruit, laat staan iets waardoor een redelijke indruk wordt achtergelaten. In mijn hoofd altijd gigantische ideeën, maar er blijft niets meer van over als ze eenmaal voor me staat. Zodoende is er dus nog bijster weinig gebeurd. Dus toch de tweede gedachte, wat een trieste jongen? Waarschijnlijk wel. Tenzij alle dames zo zijn tegen mij als de dame uit het verhaaltje. Dat ze zich hartstikke leuk voordoen, maar in het echt toch al hebben besloten dat er bij hen niets te halen valt voor Daniël. Het zou makkelijk zijn om daar dan maar van uit te gaan, daar het dan niet aan mij ligt. Maar waarschijnlijk, zoals Samuel L. Jackson in Pulp Fiction het mooi verwoordde, “That shit ain’t the truth”.

Daarom wil ik de eerste klaagmuur gebruiken als aanklacht tegen mezelf, dat ik toch eens wat meer van mezelf moet gaan laten zien dan tot nog toe het geval is geweest. En tegen ‘die wijven’, die nu eens niet zo huichelachtig moeten doen, en gewoon moeten zeggen: “Daan, kom nou gewoon met mij mee, dan zal ik laten zien waar je al zo lang naar uitkijkt”. Is dat nu zo moeilijk? Als we dat nu zouden kunnen afspreken met elkaar, dan komt het vast wel goed allemaal. Daar dank ik jullie bij dezen alvast voor.

Bedankt.